7 juli 2015
Partneralimentatie is een onderwerp dat al jaren tot de nodige (maatschappelijke) discussie leidt, binnen de rechtszaal, tussen partijen en ook in de politiek.
Met regelmaat wordt de vraag gesteld of de huidige regelingen met betrekking tot partneralimentatie (nog) passen in de tijd van nu. Er zijn al vele voorstellen tot wijziging gekomen en gegaan en recentelijk is door de VVD, D66 en de PvdA een wetsvoorstel ingediend waarop ik nader in zal gaan.
In de memorie van toelichting op dit wetsvoorstel is verwoord dat het de intentie van de Initiatiefnemers is dat partneralimentatie eerlijker, simpeler en korter wordt.
“Zij veranderen de grondslag, vereenvoudigen de berekeningsmethode en verkorten de duur. Daarbij zijn de kansen op de arbeidsmarkt uitgangspunt, bijvoorbeeld in geval die kansen kleiner zijn als gevolg van een eventuele langdurige afwezigheid van de arbeidsmarkt tijdens het huwelijk. Het wetsvoorstel voorziet ook in een prikkel om weer zelfstandig op eigen benen te gaan staan. In huwelijkse voorwaarden of bij een geregistreerd partnerschapovereenkomst1 kunnen partijen afspraken maken die afwijken van de wettelijke minimumregeling. Contractsvrijheid is daarbij het uitgangspunt.”
Wat zeker in het oog sprint bij dit wetsvoorstel is de mogelijkheid om bij huwelijkse voorwaarden vast teleggen dat over en weer geen partneralimentatie verschuldigd zal zijn bij echtscheiding. Op dit moment worden dergelijke huwelijkse voorwaarden door rechters in de regel opzij gezet, daar zou dus verandering in kunnen komen. Het lijkt mij echter raadzaam hierover advies in te winnen, een goede voorlichting maakt het mogelijk om met eventueel toekomstige situaties rekening te houden en de gemaakte afspraken zijn minder gemakkelijk aan te tasten, immers partijen zijn dan voorgelicht over hetgeen zij over en weer mogen verwachten.
In het wetsvoorstel is voorts een beperking van partneralimentatie opgenomen, in die zin dat slechts een compensatie voor verlies van verdiencapaciteit tijdens het huwelijk plaats zou vinden. Deze beperking is echter niet echt nieuw en is ook verwoord in de wetsgeschiedenis bij de huidige wetgeving. Dit criterium zou derhalve ook nu al een rol moeten spelen. Indien het voorstel doorgang vindt krijgt dit criterium echter “de hoofdrol”.
Ook de periode waarin partneralimentatie moet worden betaald (de duur, die nu vaak 12 jaar bedraagt) is vaak onderwerp van gesprek en dient volgens de initiatiefnemers van dit wetsvoorstel beperkt te worden. Bij kortdurende huwelijken (minder dan 3 jaar) waarbij geen sprake is van gezamenlijke kinderen onder de 12 jaar zou helemaal geen sprake meer zijn partneralimentatie. In andere gevallen slechts gedurende de helft van de duur van het huwelijk met een maximum van ofwel 5 jaar ofwel tot het jongste kind (waarvoor de alimentatiegerechtigde zorgt) 12 is geworden. Ook zou het bereiken van de AOW leeftijd door de alimentatieplichtige een einde maken aan de alimentatieplicht.
In het wetsvoorstel wordt ten slotte vereenvoudiging van de berekening van de partneralimentatie beoogd. Een mooi streven maar, zo hebben we reeds kunnen zien bij de nieuwe wetgeving omtrent bijdragen in het levensonderhoud van kinderen, makkelijker gezegd dan gedaan.
Dat op termijn wijziging van de regelgeving omtrent partneralimentatie plaats zal vinden is, gelet op de aanhoudende discussies daarover, zo goed als zeker. Hoe lang het zal duren voordat het zo ver is en welke veranderingen zullen worden doorgevoerd blijft voorlopig de vraag.
Mocht u vragen hebben over partneralimentatie en de mogelijke gevolgen van een wetswijziging op dit gebied voor uw situatie neem dan gerust even contact daarover op.
Anneloes van Tuijn