27 november 2012
Omgangsrechten van ouders; daar zijn de meeste mensen wel mee bekend. Maar wat als opa en oma hun kleinkind niet (meer) te zien krijgen? De rechter kan naast omgangsregelingen tussen kinderen en ouders weldegelijk ook een omgangsregeling vaststellen tussen een kind en iemand die in een “nauwe persoonlijke betrekking” staat tot dat kind. Zo’n band met het kind noemt men ook wel “family life”. Of hiervan sprake is hangt af van de omstandigheden van het geval.
De procedure
In de casus die ik als voorbeeld neem werd na het overlijden van de moeder de vader zogenoemd met het eenhoofdig gezag belast. Tussen de grootouders aan moederszijde en de vader ontstond een veelvoud aan problemen en op een gegeven moment hadden deze grootouders geen contact meer met hun kleinkinderen. Daarop hebben de grootouders zich gewend tot de Rechtbank en verzocht een omgangsregeling vast te stellen. Na afwijzing van dit verzoek door de Rechtbank zijn opa en oma in Hoger Beroep gegaan bij het Gerechtshof in Arnhem.
De uitspraak
Het Gerechtshof bepaalde echter eveneens dat opa en oma in deze procedure geen recht hadden op omgang en heeft het verzoek tot het vaststellen van een omgangsregeling opnieuw afgewezen. Omdat de kleinkinderen vroeger positieve contacten met de grootouders hadden, is het in beginsel wel wenselijk dat er omgang is tussen hen en opa en oma. Maar omdat de relatie tussen de vader en deze grootouders zodanig is verslechterd dat geen vertrouwensrelatie meer bestaat en dat de rust in het gezin door de conflicten zodanig is verstoord, kan van omgang geen sprake meer zijn. Ook de grootouders erkennen de verstoorde relatie met vader en het Gerechtshof is daarom van mening dat een omgangsregeling niet in het belang van de kinderen is. Maar hiermee is de kous echter niet af. Het Gerechtshof acht het in het belang van de kinderen dat er na één jaar gezamenlijk overleg gevoerd wordt om toch tot een omgangsregeling te komen.
Juridische tip
Ik kom het in mijn praktijk heel vaak tegen en kan het niet vaak genoeg zeggen: het is belangrijk in het achterhoofd te houden dat “handelen in het belang van de kinderen” verder gaat dan alleen rechtstreekse contacten met hen. Zoals deze casus bewijst kan ook de relatie met de ouders omgang in de weg staan, terwijl het contact met de kinderen op zichzelf heel goed verloopt. Heeft u vragen over omgangsregelingen, voor ouders of voor iemand met een andere nauwe persoonlijke betrekking? Neem dan contact op.
Anneloes van Tuijn