26 maart 2013
In de wet staat dat ouders ook verplicht zijn om aan hun kinderen van 21 jaar en ouder levensonderhoud te verstrekken. Aan deze verplichting is dus geen maximale leeftijd verbonden en die duurt dus een leven lang. Bij kinderen ouder dan 20 jaar is het echter, anders dan daarvoor, de vraag of het betreffende kind zelf onvoldoende eigen middelen heeft om te voorzien in het eigen levensonderhoud en deze ook in redelijkheid niet kan verwerven. Er moet sprake zijn van behoeftigheid.
De procedure
Het kind in deze procedure werd geboren in 1989 en was op het moment van de procedure in ieder geval 23 jaar. Zijn ouders zijn in 2007 gescheiden. Inmiddels studeert de zoon en woont hij bij zijn moeder. Bij de rechtbank verzoekt de zoon een door zijn vader te betalen bijdrage in de kosten van zijn levensonderhoud en studie. De rechtbank ’s-Hertogenbosch stelt een maandelijkse bijdrage van € 363,00 vast. De vader gaat tegen deze uitspraak in hoger beroep bij het Hof.
De uitspraak van het Hof
In haar uitspraak komt het Hof tot een andere conclusie. Het Hof overweegt dat niet vast staat dat de zoon niet kan werken of op een andere wijze in zijn eigen levensonderhoud kan voorzien. De zoon in kwestie heeft immers al een opleiding op MBO niveau afgerond. Dat de zoon geen studievertraging had opgelopen en dat de keuze voor een vervolgopleiding op zichzelf niet onredelijk is maakt dit naar het oordeel van het Hof niet anders.
Dat de zoon naast zijn voltijd studie niet zou kunnen werken, maakt ook niet dat de zoon behoeftig is in de zin van vorenbedoeld artikel.
Het Hof heeft de beschikking van de rechtbank vernietigd en de zoon moet de bedragen die hij op grond van de beschikking van de rechtbank al heeft ontvangen terug betalen.
Behoeftigheid
Het Hof verwijst hiervoor naar een uitspraak van de Hoge Raad (NJ 1984,535). De Hoge Raad geeft aan dat het niet de bedoeling van de wetgever is geweest om ouders te verplichten hun meerderjarige kinderen, die zelf in hun levensonderhoud kunnen voorzien, door het betalen van een onderhoudsbijdrage in staat te stellen een opleiding te volgen. Het Hof is dan ook van mening dat er geen sprake is van behoeftigheid van de zoon.
Echtscheidingsconvenant
De zoon heeft aangevoerd dat zijn vader toch een bijdrage zou moeten voldoen op grond van het tussen de vader en de moeder gesloten echtscheidingsconvenant. De vader betwist dit. Net als de rechtbank komt ook het Hof tot de conclusie dat niet uit de tekst of de strekking van het echtscheidingsconvenant blijkt dat het de bedoeling van de ouders was dat zij in de studiekosten van hun meerderjarige kinderen zouden voorzien.
Natuurlijke verbintenis
Ten slotte beroept de zoon zich op een rechtens afdwingbaar geworden natuurlijke verbintenis op grond waarvan de vader een financiële bijdrage zou moeten betalen. Het Hof is echter van mening dat de zoon deze stelling onvoldoende heeft onderbouwd.
Juridische tip
Als je kinderen krijgt, heb je ze voor het leven. De zorg voor en om hen blijft bestaan, ook als ze volwassen zijn. Soms dus ook in financiële zin. Wanneer een volwassen kind nog recht heeft op een financiële bijdrage van zijn vader of moeder en wanneer het kind zijn eigen broek zal moeten ophouden is afhankelijk van vele factoren. Wilt u weten of en wat u voor uw kinderen moet betalen, hoe oud ze ook zijn, neem dan eens contact op.
Anneloes van Tuijn