11 juni 2012
Buitengerechtelijke kosten zijn kosten die een schuldeiser moet maken om een vordering te innen. Met ingang van 1 juli 2012 geldt een nieuwe wettelijke regeling betreffende de buitengerechtelijke incassokosten. Het doel van deze regeling is om de consument (en bedrijven) te beschermen tegen te hoge buitengerechtelijke incassokosten en rechtszekerheid te bieden over de hoogte van de kosten. In de wettelijke regeling wordt een minimum en een maximum van de kosten vastgesteld.
Wanneer en op wie van toepassing?
De regeling heeft betrekking op geldvorderingen en het maakt daarbij geen onderscheid door wie de vordering wordt geïncasseerd: door de schuldeiser zelf of door een derde. De regeling geldt in beginsel niet voor schadevorderingen, tenzij de hoogte van de schadevordering is vastgelegd door partijen in een vaststellingsovereenkomst. De regeling kent geen terugwerkende kracht. Voor vorderingen op consumenten is de regeling dwingend en hiervan kan dus niet worden afgeweken. Bedrijven onderling mogen van de regeling afwijken, mits zij dit zijn overeengekomen of dit in de algemene voorwaarden is bepaald.
Hoogte en bepaling van de kosten
De hoogte van de buitengerechtelijke incassokosten wordt berekend op basis van een percentage van het bedrag van de vordering zonder rente en kosten. Naarmate het bedrag van de vordering hoger wordt, wordt het percentage lager. In de regeling geldt een minimumbedrag van € 40,- en een maximumbedrag van € 6.775,-. In onderstaande tabel vindt u een overzicht van de bedragen en percentages.
Hoofdsom vordering
|
Percentage
|
Hoogte incassokosten
|
> € 0 t/m € 2.500
|
15%
|
minimum € 40
|
> € 2.500 t/m € 5.000
|
10%
|
|
> € 5.000 t/m € 10.000
|
5%
|
|
> € 10.000 t/m € 200.000
|
1%
|
|
> € 200.000
|
0,5%
|
maximum € 6.775
|
Ingebrekestelling en termijn
Wanneer een vordering niet wordt betaald door de schuldenaar zal in de meeste gevallen een aanmaning worden verstuurd aan de schuldenaar nadat de overeengekomen betalingstermijn is verstreken. Wanneer geen uiterste betalingstermijn is afgesproken, is een schriftelijke ingebrekestelling met vermelding van een termijn noodzakelijk. Bij het versturen van de eerste aanmaning dient een termijn van 14 dagen te worden gegeven aan de schuldenaar om de vordering alsnog te voldoen zonder dat deze de buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd is.
BTW
Indien de schuldeiser een derde inschakelt en de BTW over de incassokosten die de derde rekent, niet kan verrekenen, kan de BTW op de schuldenaar verhaald worden. Het gaat om een BTW percentage van 19%.
Aanmaning
U dient in de eerste aanmaning te vermelden:
- dat de schuldenaar nog 14 dagen de tijd heeft om te betalen, zonder dat incassokosten verschuldigd zijn;
- dat de schuldenaar wel al de wettelijke rente verschuldigd is zonder ingebrekestelling;
- de exacte hoogte van het bedrag aan incassokosten dat de schuldenaar verschuldigd is indien niet binnen 14 dagen betaald wordt (niet meer dan het wettelijk toegelaten maximale bedrag);
- ook indien een lager bedrag wordt gevraagd, wat het wettelijk maximum is;
- eventueel BTW.
Juridische tip
Kijk altijd eerst of een betalingstermijn is afgesproken, zodat u kunt nagaan of u de schuldenaar eerst een schriftelijke ingebrekestelling moet sturen. Zo niet, bedenk dan altijd dat de schuldenaar een termijn van 14 dagen moet worden gegeven, mits niets anders is overeengekomen, om het bedrag te betalen zonder dat de buitengerechtelijke incassokosten zijn verschuldigd. Heeft u klanten die niet willen betalen of heeft u algemene vragen over de buitengerechtelijke incassokosten, neem dan contact met ons op. Wij kunnen deze vorderingen voor u incasseren en u adviseren over de buitengerechtelijke incassokosten.
Namens Marlous Weerts:
Joost Hofman, juridisch medewerker