Indexering alimentatie

Alimentatiebedragen stijgen jaarlijks op grond van artikel 402-a Boek I BW. De Minister voor Rechtsbescherming stelt het indexeringspercentage vast. Het percentage waarmee partner- en kinderalimentatie op 1 januari 2020 wordt verhoogd is 2,5.

Nadat onderhoudsbijdragen zijn vastgesteld stijgen de verschuldigde bedragen dus automatisch jaarlijks met een bepaald percentage. Dit is anders als tussen partijen een bijdrage wordt afgesproken en zij afspreken dat de indexering wordt uitgesloten.

Dit is voor de betaler en de ontvanger iets om rekening mee te houden. Het gebeurd maar al te vaak dat een onderhoudsplichtige jaar na jaar hetzelfde bedrag blijft betalen. Zo loopt de ontvanger mogelijk een hoop geld mis. Zijn er geen afwijkende afspraken gemaakt over het betalen van de indexering, dan geldt de wettelijke indexering en is het verplicht deze verhoging boven op het vastgelegde bedrag te betalen.

De berekening van het nieuwe alimentatiebedrag

Het is mogelijk heel eenvoudig online de geïndexeerde alimentatie te berekenen. Ook over verschillende jaren. Vervolgens kan je de ander (schriftelijk) vragen alsnog tot betaling over te gaan.

Als de rechter de alimentatie in een beschikking heeft vastgelegd kan je de indexering, tot zes maanden terug, via het LBIO innen. De kosten hiervoor brengt het LBIO in rekening bij de alimentatieplichtige. Is de achterstand groter dan zes maanden dan kan een deurwaarder de schuld innen.

Alimentatie niet vastgelegd?

Is de alimentatieverplichting alleen in een echtscheidingsconvenant of ouderschapsplan vastgelegd maar nog niet in een beschikking van de rechtbank, dan kan een advocaat hulp bieden. Hij of zij kan een verzoekschrift indienen om de alimentatie alsnog vast te laten leggen in een beschikking.

De achterstallige alimentatie en indexering kan met terugwerkende kracht geïncasseerd worden tot 5 jaar terug. Als je binnen de verjaringstermijn van 5 jaar de onderhoudsplichtige aantoonbaar hebt aangemaand om te betalen, dan is de verjaring gestuit. De termijn van vijf jaar begint daardoor opnieuw.

Anneloes van Tuijn