De vraag of onrechtmatig verkregen bewijs mag worden gebruikt in een civiele zaak hangt af van de vraag wat prevaleert in de belangenafweging tussen enerzijds het belang van de waarheidsvinding en anderzijds de belangen van bijvoorbeeld privacy van degene tegen wie het bewijs gebruikt wordt. In civiele zaken prevaleert vaak toch de waarheidsvinding. Zo ook in onderhavige zaak.
Casus
Verhuurder heeft het vermoeden dat huurder de gehuurde woning in gebruik geeft aan derden, hetgeen als verbod is opgenomen in de huurovereenkomst. Om dit te bewijzen laat verhuurder door een onderzoeksbureau heimelijk een camera ophangen in het portiek, welke is gericht op de voordeur van het gehuurde. Op grond van de verkregen beelden vordert verhuurder ontbinding van de huurovereenkomst, omdat huurder veelvuldig, zonder zelf aanwezig te zijn, derden in de woning laat verblijven en overnachten. Huurder verweert zich onder meer door te stellen dat sprake is van onrechtmatig verkregen bewijs en dat dit uitgesloten dient te worden als bewijs.
Oordeel rechter
De camera is zo opgehangen dat deze beelden maakt van de voordeur, maar ook de woning in kijkt. De kantonrechter overweegt daarover dat dit laatste niet noodzakelijk was voor het onderzoek. De opnames zijn dan ook om die reden in strijd met de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit gemaakt en dus heeft verhuurder inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van huurder en onrechtmatig jegens huurder gehandeld. Het algemene maatschappelijke belang dat de waarheid in rechte aan het licht komt en het belang dat verhuurder heeft om haar stellingen te kunnen bewijzen prevaleert in dezen echter boven de uitsluiting van het bewijs, mede omdat huurder geen bijkomende feiten en omstandigheden naar voren heeft gebracht waarom dit anders zou moeten zijn. De huurovereenkomst wordt derhalve ontbonden, omdat de stellingen van verhuurder onder meer door de beelden worden bewezen. In verband met de onrechtmatigheid van de verkregen beelden wordt huurder echter niet veroordeeld in de kosten van het onderzoeksbureau, welke de verhuurder ook had gevorderd.
Juridische tip
Uitsluiting van bewijs in een civiele procedure is lastig en je zult bijkomende feiten en omstandigheden aan moeten voeren om dit voor elkaar te krijgen. Dit zal naar mijn idee echter niet vaak resultaat opleveren, omdat de waarheidsvinding volgens rechters van zeer groot belang is en blijft in een civiele procedure.
Als verhuurder is het zaak erg zorgvuldig te werk te gaan en je telkens afvragen of het onderzoek niet op een minder belastende wijze gedaan kan worden.
Mocht u hier als verhuurder of als huurder vragen over hebben, kunt u contact met mij opnemen.
Joost Hofman