Eigen schuld in het verkeer: hoe zit dit precies?
Artikel 185 van de Wegenverkeerswet (WVW) regelt de bescherming van de zogenaamde ‘zwakke verkeersdeelnemers’ bij een aanrijding met ‘sterke deelnemers’. Dus fietsers tegenover bestuurders van auto’s of andere gemotoriseerde voertuigen. Een bestuurder van een auto is in beginsel altijd voor 100% aansprakelijk in geval van een aanrijding met een fietser of een voetganger. Dit is slechts anders als de bestuurder van de auto zich op overmacht kan beroepen of als er sprake is van eigen schuld van het slachtoffer. De aansprakelijkheid kan dan tot maximaal 50% worden teruggebracht.
Overmacht wordt bijna nooit aangenomen, hoe stom de fietser of de voetganger (bewust of onbewust) ook heeft gehandeld. In geval van eigen schuld wordt het slachtoffer geacht mede debet (schuldig) te zijn aan het ontstaan van de schade. Dit kan een reden zijn de schadevergoedingsverplichting te verminderen. Bijvoorbeeld bij flagrante verkeersovertredingen waardoor het ongeval kon gebeuren. De rechtbank moest in het volgende geval hierover oordelen.
Casus
Een fietser fietste op het fietspad, maar wel tegen de rijrichting in. Een automobilist komt vanaf de tegengestelde richting aangereden en wil rechts afslaan en kruist dus het pad van de fietser. De automobilist bemerkt de fietser niet en een botsing volgt. De fietser loopt daarbij ernstig letsel op.
De verzekeraar van de automobilist beroept zich op eigen schuld van de fietser en wil niet meer dan 50% van diens schade vergoeden. De fietser wil echter volledige vergoeding van zijn schade. De rechtbank komt er aan te pas.
Het oordeel
De rechtbank oordeelt dat er geen sprake is van overmacht. De belangrijkste reden daarvoor is dat de automobilist geen voorrang heeft gegeven aan het verkeer op het fietspad. Een automobilist moet te allen tijde rekening houden met mogelijke verkeersfouten van andere weggebruikers. De fietser heeft dus in ieder geval recht op vergoeding van 50% van zijn schade.
De rechtbank beoordeelt vervolgens over de vraag of er een grond is dat de fietser niet meer dan 50% van zijn schade vergoed kan krijgen op grond van eigen schuld. De rechtbank oordeelt dat de handelwijze van de fietser voor 25% heeft bijgedragen aan het ontstaan van het ongeval en de schade. De belangrijkste reden daarvoor is dat de fietser tegen de rijrichting inreed. De fietser krijgt dus maar 75% van zijn schade vergoed in plaats van 100%.
Wanneer je deelneemt aan het verkeer is voorzichtigheid altijd geboden, zoals bovenstaande casus wel laat zien.
Heeft u vragen over een soortgelijke zaak of heeft u een andere vraag over verkeersongevallen, neem dan gerust contact met mij op.
mr Jean van Zinnicq Bergmann Van Zinnicq Bergmann Advocaten
Advocaat ‘s-Hertogenbosch
RECENTE BLOGS
Wat als de beloofde actieradius van een elektrische auto tegenvalt?
Tips voor werkgevers en werknemers die te maken hebben met een faillissement
De mondelinge arbeidsovereenkomst: wat kan er misgaan?
Overgang van onderneming: wat betekent het en wat zijn de rechten en plichten voor werkgever en werknemer?
Ontruiming woonruimte: huurachterstand
CATEGORIEËN
Algemeen juridischArbeidsrecht
Contractenrecht
Overig juridisch
Personen en familierecht
Procesrecht